Kruimelpad
- NVKF
- Kennishiaat 10
Kennishiaat 10
Welke testen zijn ecologisch valide voor het evalueren van het auditief functioneren?
Naast de audiologische testen die een rol spelen bij de audiologische of KNO-heelkundige diagnostiek, zijn er binnen de audiologie testen beschikbaar om het auditief functioneren in kaart te brengen. Het gaat dan niet alleen om testen die relateren aan gehoordrempels en spraakverstaan in stilte, maar juist relateren aan het functioneren in geluidsrijke omgevingen, de ervaring van mensen met slechthorendheid is dat zij in complexe en dynamische luisteromgevingen het meeste last hebben van hun beperking. Dit betekent dat de ecologische validiteit van de testen zoals die veelal uitvoerd wordt beperkt is.
De centrale vraag binnen dit thema is welke testen relevant zijn voor de ervaren luisterinspanning en dus ecologisch valide zijn? Deze testen dienen te worden geüniformeerd en gevalideerd zodat zij breed kunnen worden ingezet in de audiologische zorg, zowel in een diagnostische als in een revalidatie-setting.
De volgende aspecten of deelvragen zijn bij dit kennishiaat van belang:
- Welke diagnostische testen zijn sensitief en specifiek voor de luisterinspanning?
- Welke psychofysische en objectieve testen relateren aan de gemeten luisterinspanning en geven daarmee een betrouwbaar beeld van het auditieve functioneren?
- Wat is de meerwaarde van nieuwe features in hoortoestellen en cochleaire implantaten op het auditief functioneren?
Hoortoestellen en andere hoorhulpmiddelen richten zich – naast herstel van de gehoordrempel en het spraakverstaan - in toenemende mate op het functioneren in complexe luistersituaties met achtergrondlawaai en/of nagalm. Gevalideerde testen zullen een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het objectiveren van de problemen en bij het evalueren van de compensatiekracht die door hulpmiddelen wordt geboden.