Kruimelpad
- NVKF
- Kennishiaat 12
Kennishiaat 12
Is een screeningsprogramma ten aanzien van auditieve problemen van meerwaarde bij volwassenen, en zo ja, op welke leeftijd?
De screening op gehoorverlies bij jonge kinderen is in Nederland goed geregeld. Vroegtijdige opsporing van auditieve problemen is van groot belang in verband met de spraak-taal ontwikkeling. Voor ouderen is dit echter niet het geval. Veel gehoorproblemen worden pas laat ontdekt door een aantal factoren, waaronder de geleidelijkheid van de progressie, de schaamte om er voor uit te komen op het werk of in privésituaties, het stigma van een hoortoestel, etc. Deze factoren maken dat er mogelijk sprake is van het te laat inzetten van hulpmiddelen met mogelijk nadelige consequenties voor de kwaliteit van leven, de participatie in de samenleving en de progressie van het gehoorverlies.
De onderzoeksvraag die bij dit kennishiaat hoor is dan ook: is een screeningsprogramma voor het gehoor van volwassenen zinvol in termen van de winst rondom arbeidsparticipatie en het gevoel van onafhankelijkheid bij (beginnende) slechthorendheid? Indien er een meerwaarde is, wat zou een goede leeftijd zijn voor de op te zetten screening?
De volgende aspecten of deelvragen zijn bij dit kennishiaat van belang:
- Wat is de relatie tussen uitval of dreigende uitval en auditief functioneren?
- Welke aspecten van het auditief functioneren zijn risicofactoren; welke rol speelt de akoestiek; met andere woorden: wat is het beste screeningsinstrument voor de ervaren auditieve problemen?
- Kunnen hulpmiddelen voorzien in de ervaren problemen?
- Is de screening kosteneffectief; wat is de besparing van kosten door vroegtijdige opsporing en revalidatie bij volwassenen?
Gezien de toenemende pensioenleeftijd kan een screeningsprogramma voor auditieve problemen een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame inzet van medewerkers en de belasting in auditief complexe situaties (b.v. in vergaderingen of in klassen). Recent is ook aangetoond dat onvoldoende horen een factor kan zijn in de progressie van dementie.