Nieuwjaarsgroet

Beste leden,

Op Linkedin zie ik een mooi bericht van een enthousiaste jonge vrouw die net haar diploma natuurkunde overhandigd heeft gekregen. Ze begint deze maand met haar opleiding tot klinisch fysicus en schrijft dat dit voor haar een droom is die uitkomt. Daar word je natuurlijk heel blij van. Klinische fysica is dan ook een prachtig vak, zoals een andere collega onder het bericht schrijft. Het doet me terugdenken aan toen ik zelf met de opleiding begon. Ik werd aangenomen omdat ik tijdens het sollicitatiegesprek gezegd schijn te hebben dat ze niemand zouden vinden die meer gemotiveerd was dan ik (wellicht een tip voor degenen die nog een baan zoeken). Hoe dan ook, ik denk ook dat het waar was, voor mij was het ook een droom om fysica en technologie toe te passen in het ziekenhuis, om mensen beter te kunnen maken, en van maatschappelijke waarde te zijn.

Zelf zit ik nu inmiddels bijna 20 jaar in het vak. Natuurlijk wordt je verwachting niet elke dag waargemaakt. Die droom is soms taai om voor ogen te houden. Stroperige ziekenhuis-bureaucratie, regeltjes en protocollen, of mensen die zich daar juist niet aan houden als dat wel nodig is. Met vasthoudendheid en visie komen we toch elke keer stappen verder met de introductie van nieuwe technologie. De PET-CT werd net geïntroduceerd toen ik begon als klinisch fysicus, en ik heb innovaties als MR-LINAC, het EPD, thuismonitoring en AI gemeengoed zien worden. Enorm interessante onderwerpen om met onze kennis en expertise een bijdrage aan te kunnen leveren.

Wat ik ook heb gezien is een verschuiving van de gevoelde urgentie voor innovatie en nieuwe technologie. Waar nieuwe technologie eerst veelal werd gezien als een interessant onderwerp voor medisch onderzoek ofwel een verbeterinstrument voor de uitkomst van de medische behandeling zie je nu dat het thema ook steeds vaker op de bestuurlijke tafels ligt. Want hoe beheersen we de kosten in de zorg, en hoe zorgen we ervoor dat we de sterk toenemende zorgvraag kunnen bemensen? Al een aantal jaar bezoek ik het jaarcongres ‘Medisch specialistische zorg’, waarvoor ik door de Federatie als voorzitter word uitgenodigd. Alle belangrijke stakeholders in de zorg in Nederland zijn daar aanwezig en verzorgen presentaties; politiek, verzekeraars, ziekenhuisbestuurders en medisch specialisten delen daar hun visie op de belangrijke thema’s in de medisch specialistische zorg. Afgelopen jaar zat ik voortdurend op het puntje van mijn stoel, want voor het eerst was elke bijdrage doorspekt met technologie en digitalisering. Voor ons ligt daar een verschuiving in onze opdracht. Er is binnen de zorginstellingen leiderschap nodig over innovatie en technologie. Over de kansen die het biedt, maar ook over de beperkingen die het heeft. Met beperkte middelen moeten goede keuzes gemaakt worden, maar anderzijds is ook een mislukking soms een calculeerbaar element van innoveren. Technologie is niet het panacee voor de zorg, maar goed toegepast binnen de juiste context, en met oog voor de menselijke maat, kan het zorgverleners ondersteunen en patiënten passende zorg op de juiste plek bieden. Wie kan hier beter invulling aan geven dan klinisch fysici?

Op onze laatste ledenvergadering hebben we het NVKF beleid klinisch fysicus 2020-2025 vastgesteld, met als thema ‘Physics at the heart of medicine’. Niet alleen de technologie is voortdurend in ontwikkeling, maar wij zijn dat ook; ons vak en ook de NVKF als vereniging. Willen we die maatschappelijke bijdrage kunnen leveren, zullen we zelf een stap extra moeten zetten. In onze opleiding, in onze attitude en positionering, en ook professionalisering van het vak. Een mooi voorbeeld daarvan is het starten van de eerste NVKF-brede kwaliteitsvisitaties afgelopen jaar. Voor het eerst ook wordt het beroep klinisch fysicus vermeld in de nieuwe CAO academische ziekenhuizen. En we nemen steeds vaker het voortouw, zoals bij het Federatie AI initiatief en nu ook bij de herziening van de leidraden medische technologie. Er worden dus al hele mooie stappen gezet. Komend jaar willen we samen met jullie verdere invulling en uitwerking gaan geven aan het NVKF beleid. Wat heeft ons beroep nodig en welke kennis en vaardigheden zijn daarvoor nodig? Hoe kunnen we daar het beste samen aan werken, ook met andere beroepsgroepen? De ontwikkeling van kennisplatforms binnen de vereniging ondersteunt deze beweging.  Want we werken samen aan onze missie: ’Voor elke patiënt de best passende medische technologie mogelijk maken, nu en in de toekomst’. Dat is de droom die uitkomt.

Het bestuur wenst alle leden een mooi 2022 toe, met hernieuwde ontmoetingen en kennismakingen, met hoop en glans.

Lieke Poot
Voorzitter NVKF